- Veiligheid van ingrediënten: Het is essentieel om cosmetische ingrediënten te kiezen waarvan vaststaat dat ze veilig zijn in de gespecificeerde concentraties in het eindproduct.
- Risicobeoordeling: De veiligheid van cosmetische producten hangt af van een strenge evaluatie van hun ingrediënten, waarbij risicokarakterisering een cruciale rol speelt in dit proces.
- Compatibiliteit van de verpakking: Het kiezen van een geschikte verpakking is van vitaal belang voor het behoud van de kwaliteit van het product en het minimaliseren van de risico’s van verkeerd gebruik of onbedoelde blootstelling.
- Naleving van Good Manufacturing Practices (GMP): Naleving van de GMP-richtlijnen voor cosmetica, zoals beschreven door brancheorganisaties als Colipa, is noodzakelijk om de integriteit van het product te behouden.
- Kwaliteitscontroles: Het implementeren van strenge kwaliteitscontroleprocessen is belangrijk, vooral met betrekking tot microbiologische veiligheid en de aanwezigheid van chemische verontreinigingen.
- Etikettering: Een goede etikettering is cruciaal voor het overbrengen van de productpresentatie, gebruiksinstructies, richtlijnen voor afvalverwijdering, waarschuwingen (indien van toepassing) en te nemen acties in geval van nood.
- Beheer van bijwerkingen: Het is belangrijk om effectieve procedures op te stellen voor het behandelen van bijwerkingen die worden waargenomen met het op de markt gebrachte product. Dit omvat geïndividualiseerde behandeling, het geven van het nodige medische, dermatologische of oogheelkundige advies en het voortdurend monitoren van de feedback van consumenten en de prestaties van het product op de markt.
Veiligheid van ingrediënten
De veiligheidsbeoordeling en regulering van cosmetica-ingrediënten worden in belangrijke mate bepaald door de Cosmeticaverordening (EG) nr. 1223/2009, REACH (Registratie, Evaluatie, Autorisatie en Beperking van Chemicaliën) en CLP (Classificatie, Etikettering en Verpakking), samen met de richtlijnen van het WCCV (Wetenschappelijk Comité voor Consumentenveiligheid). Het WCCV speelt een cruciale rol door onbevooroordeelde wetenschappelijke beoordelingen uit te voeren met betrekking tot de veiligheid van cosmetische ingrediënten, en de bevindingen van het WCCV zijn vaak aanleiding om de regelgeving te wijzigen, vooral als er nieuwe wetenschappelijke gegevens beschikbaar komen. De REACH-verordening beoordeelt de chemische veiligheid en kan bepaalde stoffen in cosmetische producten (zoals D4, D5 en D6) beperken of verbieden. Ondertussen stelt de CLP-verordening criteria vast voor het classificeren van chemische gevaren, wat direct van invloed is op het toegestane gebruik ervan in cosmetica, waaronder CMR-stoffen (kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting). Binnen deze regelgeving gaat bijzondere aandacht uit naar materialen zoals microplastics, nanomaterialen en PFAS (Per- en Polyfluoralkyl Stoffen). Deze stoffen worden voortdurend gecontroleerd, waardoor updates van de regelgeving essentieel zijn om de veiligheid van cosmetica te garanderen.
Risicokarakterisering
Risicokarakterisering omvat het beoordelen en kwantificeren van de potentiële risico’s van cosmetische ingrediënten. Dit proces bestaat meestal uit een deskundige analyse van schadelijke effecten die mogelijk niet volledig kwantificeerbaar zijn, gevolgd door berekeningen om een veiligheidsmarge vast te stellen. Deze marge is gebaseerd op de systemische blootstelling aan het ingrediënt en het toxicologische profiel. Deze cruciale stap identificeert de correlatie tussen de dosering en de waarschijnlijkheid en ernst van eventuele bijwerkingen.
Veiligheidsmarge (MoS)
De veiligheidsmarge (Margin of Safety, MoS) geeft de verhouding aan tussen de geschatte blootstelling aan een cosmetisch ingrediënt en het niveau waarop schadelijke effecten zich beginnen te manifesteren. De MoS fungeert in wezen als een veiligheidsmarge die onzekerheden in het risicobeoordelingsproces opvangt om de bescherming van de consument te waarborgen. De MoS wordt berekend aan de hand van de volgende elementen:
- PoDsys: Dit is een dosisdescriptor voor systemische blootstelling, vaak weergegeven als het NOAEL (No Observed Adverse Effect Level). Het wordt afgeleid van de orale Point of Departure (PoD), aangepast voor het deel van het ingrediënt dat systemisch wordt geabsorbeerd.
- SED: Dit staat voor Systemic Exposure Dose (systemische blootstellingsdosis), wat staat voor de werkelijke dosis die een persoon van het product kan ondervinden.
De resulterende MoS wordt dan vergeleken met een referentie-MOS, die als benchmark dient. Deze referentie houdt rekening met onzekerheden in risicobeoordelingen, vooral bij het extrapoleren van gegevens van proefdieren naar de gemiddelde menselijke populatie en verder naar gevoelige subpopulaties. Een standaardwaarde van 100 (10×10) wordt algemeen aanvaard om rekening te houden met de variabiliteit tussen en binnen soorten. Daarom suggereert een berekende MoS van ten minste 100 dat het cosmetische ingrediënt veilig geacht wordt voor gebruik door consumenten. Samengevat is risicokarakterisering een essentieel onderdeel van de veiligheidsbeoordeling van cosmetische ingrediënten. Door potentiële risico’s grondig te evalueren en te begrijpen, kunnen belanghebbenden bijdragen aan de ontwikkeling van veiligere en betrouwbaardere cosmetische producten, waardoor het consumentenvertrouwen en de veiligheid toenemen. Gezien de complexiteit van de cosmeticaregelgeving is het raadzaam om samen te werken met gekwalificeerde veiligheidsbeoordelaars die de nuances van de verschillende productcategorieën begrijpen. Als je hulp nodig hebt bij het opstellen van een CPSR op maat voor jouw specifieke producten, kijk dan gerust eens naar onze diensten voor Cosmetic Safety Assessment. https://www.certifiedcosmetics.com/product/cosmetic-safety-assesment/cosmetic-product-safety-assesment-cpsr/