Verordening (EG) nr. 1223/2009, bekend als de Cosmeticaverordening, is ontwikkeld als een van de belangrijkste bepalingen van de Europese Unie met betrekking tot de cosmetica-industrie. De verordening is op 11 juli 2013 in werking getreden en vervangt de nieuwe Richtlijn 76/768/EEG. Deze verordening is gericht op het verbeteren van een hoge mate van gezondheid en veiligheid voor mensen en staat tegelijkertijd het verkeer van cosmetische producten over de EU-markten zonder beperkingen toe.
Doelstellingen
Veiligheid: Alle cosmetische producten die aan de eindgebruiker beschikbaar worden gesteld, moeten veilig zijn voor de menselijke gezondheid wanneer ze onder normale of redelijkerwijs te verwachten omstandigheden worden toegepast. Transparantie en consumentenbescherming: Het vereist duidelijke en nauwkeurige etikettering van cosmetische producten, zodat consumenten geïnformeerde keuzes kunnen maken over de producten die ze gebruiken. Harmonisatie voor de interne markt: Door het creëren van uniforme normen in alle EU-lidstaten om het vrije verkeer van cosmetische producten mogelijk te maken.
Belangrijkste aspecten
Verantwoordelijke persoon:De “verantwoordelijke persoon” wordt in artikel 4 gedefinieerd als de natuurlijke of rechtspersoon die ervoor moet zorgen dat een cosmetisch product gedurende de hele levenscyclus aan de wettelijke voorschriften voldoet. Voor een cosmetisch product dat in de EU is geproduceerd en vervolgens niet is uitgevoerd en weer in de Gemeenschap is ingevoerd, kan de fabrikant de verantwoordelijke persoon zijn. De fabrikant kan ook door middel van een schriftelijk mandaat een in de Gemeenschap gevestigde persoon als verantwoordelijke persoon aanwijzen.
Productinformatiedossier (PIF): Het productinformatiedossier (PIF) is een gedocumenteerde verzameling van de krachtens artikel 11 vereiste informatie, die uitgebreide gegevens over het cosmetische product bevat. Het PIF moet gemakkelijk toegankelijk zijn voor de autoriteiten en bevat essentiële informatie. Het PIF is van fundamenteel belang om de naleving van de veiligheids- en regelgevingsnormen aan te tonen, en zorgt ervoor dat alle nodige gegevens beschikbaar zijn voor controle in geval van vragen of veiligheidsbeoordelingen.
Veiligheidsbeoordeling: Een veiligheidsbeoordeling wordt gedefinieerd in artikel 10. Het verwijst naar het proces van het beoordelen van de veiligheid van een cosmetisch product, uitgevoerd door een gekwalificeerde veiligheidsbeoordelaar. Voordat een cosmetisch product op de markt wordt gebracht, moet het een grondige veiligheidsbeoordeling ondergaan om de potentiële risico’s van de ingrediënten en formules te evalueren. Deze beoordeling omvat een evaluatie van het toxicologische profiel van de ingrediënten en het algehele risico voor de menselijke gezondheid bij gebruik overeenkomstig de bestemming. De bevindingen van deze beoordeling worden gedocumenteerd in de PIF en zijn cruciaal voor het waarborgen van de veiligheid van de consument.
Etikettering: De etiketteringsvereisten worden beschreven in artikel 19, waarin wordt gespecificeerd hoe een cosmetisch product moet worden geëtiketteerd voordat het wordt verkocht. De verordening schrijft specifieke etiketinformatie voor, waaronder de naam van het product, de naam en het adres van de verantwoordelijke persoon, een lijst van ingrediënten en eventuele voorzorgsmaatregelen of instructies voor veilig gebruik. Etiketten moeten duidelijk, leesbaar en begrijpelijk zijn voor consumenten, zodat ze alle benodigde informatie hebben om weloverwogen keuzes te maken over de producten die ze gebruiken.
Kennisgeving: Kennisgeving wordt beschreven in artikel 13, dat vereist dat cosmetische producten worden ingediend bij het Cosmetic Product Notification Portal (CPNP) voordat ze op de markt worden gebracht. Voordat een cosmetisch product in de EU wordt verkocht, moet de verantwoordelijke persoon de Europese Commissie hiervan op de hoogte stellen via het CPNP. Het begrijpen van de 1223/2009 EG Cosmeticaverordening is essentieel voor iedereen die betrokken is bij de cosmetica-industrie, van fabrikanten en distributeurs tot consumenten. Door de veiligheid en werkzaamheid van cosmetische producten te waarborgen, beschermt de verordening niet alleen de volksgezondheid, maar ondersteunt ook eerlijke concurrentie op de markt.