Consumententrends hebben voortdurend invloed op de cosmeticamarkt en recentelijk heeft geen enkel ingrediënt meer interesse opgewekt dan cannabidiol (CBD). CBD is een multifunctionele stof die afkomstig is van hennep en waarvan is aangetoond dat het kalmerende, antioxiderende en huidverzorgende effecten heeft. Om aan deze groeiende vraag te voldoen, willen cosmeticabedrijven CBD verwerken in hun crèmes, serums, balsems en zelfs shampoos. In de Europese Unie is het niet eenvoudig om de interesse van de consument om te zetten in legale, verkoopbare producten. CBD is niet zomaar een plantenextract; het ligt op het snijvlak van voortdurende toxicologische evaluatie, narcoticaregulering en cosmeticawetgeving. Dit houdt in dat bedrijven veiligheidsdocumentatie moeten maken die bestand is tegen regelgevend onderzoek en die zich staande houdt in een juridische omgeving vol waarschuwingen. De wettelijke classificatie van CBD en hennepolie ingrediënten, THC residu verwachtingen, toxicologische documentatie die nodig is voor een Cosmetic Product Safety Report (CPSR)en een handige gids voor naleving van de EU-markt worden allemaal in dit artikel behandeld.
In een oogopslag: Is CBD toegestaan in EU Cosmetica?
Juridische status, in eenvoudige bewoordingen
CBD zelf staat niet op de lijst van verboden stoffen van de EU Cosmeticaverordening. Dit betekent dat het onder bepaalde omstandigheden in cosmetica kan worden gebruikt. De Bijlage II van de verordening verbiedt expliciet cannabisextracten, harsen en tincturen, wat het gebruik van natuurlijk verkregen CBD uit bloeiende toppen van de plant bemoeilijkt. Het onderscheid tussen “CBD” en “cannabisextract” ligt aan de basis van de nalevingsproblemen.
Synthetische vs. CBD van planten
Synthetische CBD is momenteel de meest legaal veilige optie, omdat het niet wordt verkregen uit verboden delen van de cannabisplant. Het stelt merken in staat om de beperkingen die gelden voor plantenextracten te omzeilen en tegelijkertijd een hoge mate van zuiverheid te bereiken en besmetting met THC te voorkomen. Plantaardig CBD uit zaden of bladeren kan acceptabel zijn, maar toezichthouders zullen duidelijke documentatie eisen dat het ingrediënt niet afkomstig is van verboden delen van de plant.
Waarom source belangrijk is voor merken
Uiteindelijk bepaalt de bron van CBD of het product legaal verhandelbaar is. Synthetische CBD biedt duidelijkheid, terwijl CBD van planten gedetailleerde verificatie vereist. Merken moeten niet alleen de naleving op EU-niveau beoordelen, maar ook de nationale interpretaties van de narcoticawet, omdat elke lidstaat strengere controles kan opleggen.
Wettelijke classificatie en wat telt als “CBD” voor cosmetica
Als we het hebben over CBD in cosmetica, hebben we het eigenlijk over een familie van verwante ingrediënten, elk met zijn eigen regelgevingsprofiel. “Cannabidiol”, “Cannabidiol, synthetisch geproduceerd”, “Cannabis Sativa zaadolie” en “Cannabis Sativa extract” hebben allemaal hun eigen vermelding in de CosIng database van de EU. Dit onderscheid, dat bepaalt of je product legaal verhandelbaar is of mogelijk onderhevig is aan een handhavingsactie, is niet semantisch. Cannabis Sativa Extract” is bijvoorbeeld verboden onder Annex II/306 omdat het wordt geclassificeerd als cannabishars en -tincturen, ook al is synthetische CBD uitdrukkelijk toegestaan.
In zijn Kanavape-arrest van 2020 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) voegde nog een extra interpretatieniveau toe en maakte duidelijk dat CBD dat legaal geproduceerd is in de ene lidstaat maar geen psychoactieve eigenschappen heeft, in een andere lidstaat niet als verdovend middel kan worden beschouwd. Deze zaak deed het verbod van de Cosmeticaverordening op specifieke cannabisderivaten niet teniet, ook al ondersteunde het wel het vrije verkeer van CBD-producten. In werkelijkheid moeten bedrijven opereren binnen de parameters van de Cosmeticavermeldingen en overtuigend bewijs leveren dat de ingrediënten voldoen aan de regels, in plaats van uitsluitend te vertrouwen op deze uitspraak om het gebruik van verboden extracten te ondersteunen.
Nationale autoriteiten zouden de regels verschillend kunnen interpreteren, wat de zaken nog ingewikkelder zou maken. Duitsland heeft zich bijvoorbeeld geconcentreerd op het vaststellen van aanvaardbare drempels voor THC-residuen in hennepproducten, terwijl Frankrijk van oudsher een restrictieve aanpak hanteert met betrekking tot ingrediënten afkomstig van cannabis. Dit betekent dat een product dat in het ene land legaal wordt verkocht, in een ander land extra kritisch kan worden bekeken of zelfs volledig kan worden verboden. Dit benadrukt voor bedrijven hoe cruciaal het is om zowel nationale als EU-brede nalevingsbeoordelingen uit te voeren voordat ze CBD cosmetica introduceren.
THC-beperkingen: “Alleen sporen” en hoe het te bewijzen
De belangrijkste risicofactor die regelgevers willen vermijden in cosmetica is THC, het psychoactieve ingrediënt in cannabis. Hoewel het verdovende stoffen verbiedt, is de EU Cosmeticaverordening stelt geen maximale THC-concentratie vast. Bedrijven moeten dus bewijzen dat er geen detecteerbare THC in hun producten zit boven de sporenniveaus.
In de praktijk wordt een werkbenchmark van 10 µg/g (10 ppm) THC in eindproducten door veel regelgevende instanties en testlaboratoria gebruikt als de aanvaardbare detectielimiet. Hoewel dit getal niet wettelijk bindend is, wordt het vaak gebruikt in testrapporten en wordt het beschouwd als een de facto industriestandaard. Het overnemen van deze standaard geeft merken een argument tijdens inspecties, vooral als het wordt ondersteund door solide laboratoriumgegevens. Het is een cruciale stap om ervoor te zorgen dat je analysecertificaten (CoA’s) ondubbelzinnig THC onder de kwantificatielimiet van het laboratorium weergeven.
Waakzaamheid in de hele toeleveringsketen is nodig om THC-besmetting te voorkomen. CBD-isolaten uit plantaardig materiaal kunnen residuele cannabinoïden bevatten als de zuiveringsprocedures ontoereikend zijn en hennepzaadolie, een veelgebruikt cosmetisch ingrediënt, kan sporen van THC bevatten als het niet goed geraffineerd is. THC-niveaus kunnen zelfs worden gedetecteerd als gevolg van kruisbesmetting tijdens de verwerking. Daarom moeten merken werken met geaccrediteerde laboratoria die gebruik maken van gevoelige technieken zoals GC-MS of LC-MS, leveranciers kiezen met aantoonbare analysecapaciteiten en CoA’s op batchniveau eisen. De enige zekere methode om aan de regelgeving te voldoen is het gebruik van een proactieve testaanpak in combinatie met expliciete acceptatiecriteria.
Toxicologische documentatie vereist voor CBD-bevattende cosmetica (CPSR)
Deel A: Gegevensverzameling
Uitgebreide gegevens zijn de eerste stap in de CPSR van een CBD-product. Dit omvat bewijs dat THC volledig afwezig is of slechts in sporenhoeveelheden aanwezig is, evenals de volledige identificatie, zuiverheid en het cannabinoïdenprofiel van het CBD-ingrediënt. Veiligheidsbeoordelaars hebben ook gegevens nodig over achtergebleven oplosmiddelen, zware metalen, residuen van pesticiden en mogelijke verontreinigingen. Omdat CBD gevoelig is voor oxidatie en afbraak, zijn stabiliteitstesten essentieel.
Deel B: Beoordeling van gevaren en blootstelling
Het WCCV is nog bezig met het beoordelen van het toxicologische profiel van CBD, met de nadruk op systemische effecten zoals lever- en reproductietoxiciteit. Er is onzekerheid over huidproducten omdat de meeste onderzoeken die momenteel beschikbaar zijn, gebaseerd zijn op orale blootstelling. Als gevolg daarvan moeten veiligheidsbeoordelaars conservatieve aannames doen, de laagste NOAEL toepassen van de gegevens die beschikbaar zijn en een veiligheidsmarge berekenen met extra variabelen om rekening te houden met ontbrekende gegevens.
Product testplan
Om de veiligheid van een product aan te tonen, moeten CBD cosmetica uitgebreid getest worden. Dit omvat microbiologische testen voor formules op waterbasis, stabiliteitstesten onder verschillende omstandigheden en, indien nodig, testen op de werkzaamheid van conserveringsmiddelen. Het wordt ook aangeraden om de verpakking te testen op compatibiliteit, omdat CBD sneller kan bederven in ongeschikte verpakkingen. Al deze onderzoeken bevestigen de bevindingen van de veiligheidsbeoordelaar in de CPSR.
Bronnen en documentatie van ingrediënten
De belangrijkste factor voor naleving is de bron van CBD. Omdat synthetische CBD niet de complicaties heeft die geassocieerd worden met extracten op plantaardige basis, biedt het de schoonste weg naar regelgeving. Bovendien kunnen bedrijven zo THC-verontreiniging vermijden en een hogere zuiverheidsgraad bereiken. Maar omdat het duurder kan zijn, kijken veel merken naar plantaardige alternatieven.
Alleen specifieke bronnen zijn acceptabel voor CBD op plantaardige basis. Volgens Bijlage II zijn extracten van bloeiende toppen en harsen verboden; CBD afkomstig van zaden of bladeren kan echter acceptabel zijn met de juiste papieren. Ondanks het wijdverbreide gebruik bevat hennepzaadolie heel weinig CBD en zou het niet verkocht moeten worden als CBD ingrediënt. Als het echter geraffineerd en getest wordt om THC te verwijderen, kan het gebruikt worden als ondersteunende olie in formules.
Om naleving te bewijzen is documentatie essentieel. Merken zouden van leveranciers moeten eisen dat ze batch certificaten van oorsprong (CoA’s) overleggen met uitgebreide cannabinoïde profielen, analyses van pesticiden en zware metalen en verklaringen van oorsprong. Omdat regelgevende instanties zullen controleren of de bron overeenkomt met de CosIng-vermeldingen, zijn ondertekende verklaringen over het gebruikte plantendeel van cruciaal belang. Bewijs van Good Manufacturing Practices (GMP)Dit verhoogt de geloofwaardigheid van de toeleveringsketen en kan extra zekerheid bieden.
Claims en etiketteringscontroles
Naleving van claims
De manier waarop CBD cosmetica aan klanten wordt verkocht is een van de meest gemaakte fouten. Veel bedrijven zijn geneigd om de vermeende medicinale voordelen van CBD te benadrukken, zoals het vermogen om angst, pijn en ontstekingen te verminderen. Deze claims worden in de EU echter gecategoriseerd als medicinaal en niet als cosmetisch. De cosmeticaverordening verbiedt uitdrukkelijk producten waarvan wordt beweerd dat ze ziekten genezen of voorkomen. Daarom kan CBD niet worden gebruikt in de marketing van een cosmetisch product, zelfs als wetenschappelijk onderzoek uitwijst dat het farmacologische eigenschappen kan hebben. Door dit te doen loopt het product het risico te worden geherclassificeerd als medicijn, wat kan leiden tot handhavingsacties, het uit de handel nemen van producten of zelfs boetes.
Bedrijven moeten CBD cosmetica zorgvuldig plaatsen binnen de parameters van cosmetische claims. Claims die de nadruk leggen op conditionering van de huid, hydratatie, kalmerende effecten of antioxidantwerking zijn acceptabel. Een serum kan worden aangeprezen als “antioxidant ondersteuning tegen externe stressfactoren”, terwijl een crème kan worden aangeprezen als “het helpt de huid evenwichtig en gevoed aan te voelen”. Of het nu gaat om in vitro onderzoek, consumententests of literatuur over ingrediënten, deze claims moeten altijd worden ondersteund door bewijs. Op deze manier kan CBD nog steeds worden benadrukt als een uniek ingrediënt, terwijl de EU-regelgeving wordt nageleefd en onnodige juridische risico’s worden geminimaliseerd.
Nauwkeurigheid INCI-etikettering
Een andere cruciale voorwaarde voor CBD cosmetica is een nauwkeurige etikettering. De officiële namen die moeten worden gebruikt op ingrediëntenlijsten worden geleverd door de Internationale Nomenclatuur van Cosmetische Ingrediënten (INCI), die uniformiteit en openheid garandeert voor zowel consumenten als regelgevers. Hennepzaadolie moet bijvoorbeeld nooit op de markt worden gebracht als “CBD olie”, maar als Cannabis Sativa Zaadolie. Ook pure cannabidiol moet gewoon cannabidiol worden genoemd. Naast het verwarren van klanten, duidt het gebruik van de verkeerde namen tijdens inspecties op niet-naleving en kan dit leiden tot handhavingsacties van de overheid.
Het is belangrijk om goed op te letten hoe CBD op de verpakking wordt benadrukt, naast de namen van de ingrediënten. Als een product alleen hennepzaadolie bevat en geen CBD, kan het misleidend zijn om “CBD” op de voorkant van het etiket te zetten zonder het echte ingrediënt in de INCI-lijst te vermelden. Dergelijke gevallen zijn al nauwkeurig onderzocht door autoriteiten in een aantal lidstaten, omdat consumenten zouden kunnen denken dat ze een product kopen dat verrijkt is met CBD, terwijl dat in feite niet zo is. Duidelijke, transparante etikettering verlaagt niet alleen de kans op regelgevende maatregelen, maar vergroot ook het vertrouwen van de consument en garandeert dat marketing eerlijk blijft.
CPNP-kennisgeving en markttoegangsstappen
PIF- en CPSR-vereisten
Voordat een CBD cosmeticaproduct op de EU-markt mag worden gebracht, moet het vergezeld gaan van een volledig productinformatiedossier (PIF). Dit bestand dient als het centrale nalevingsdossier en bevat de Cosmetisch productveiligheidsrapport (CPSR)Bewijs dat het product voldoet aan de THC-richtlijnen, resultaten van stabiliteitstesten en onderbouwing van alle claims die op het product worden gemaakt. De PIF moet direct beschikbaar zijn voor autoriteiten op het geregistreerde adres van de verantwoordelijke persoon en moet worden bijgewerkt zodra er nieuwe informatie over veiligheid of regelgeving beschikbaar is. In het geval van CBD cosmetica, waar de regelgeving evolueert en wetenschappelijke beoordelingen doorgaan, is het bijhouden van een up-to-date PIF extra belangrijk.
De CPSR binnen de PIF moet een conservatieve benadering hanteren, met documentatie van het toxicologische profiel van CBD, blootstellingsberekeningen en een veiligheidsmarge die rekening houdt met onzekerheden. Daarnaast moet voor elke partij worden aangetoond dat de THC-tests onder de sporendrempelwaarden blijven, naast certificaten van erkende laboratoria. Dit toont niet alleen aan dat de wet wordt nageleefd, maar ook dat de consument zich inzet voor de veiligheid, wat cruciaal kan zijn voor het opbouwen van vertrouwen in een categorie die in delen van de EU nog steeds een stigma heeft.
Wat moet je uploaden naar CPNP?
Voordat het product na afloop van de PIF ergens in de EU mag worden verkocht, moet het worden aangemeld via het Cosmetic Products Notification Portal (CPNP). Bevoegde instanties in elke lidstaat gebruiken dit centrale portaal om een oogje in het zeil te houden op cosmetica die wordt verkocht. Productidentiteiten, volledige ingrediëntenlijsten met INCI-namen, etiketafbeeldingen en aanvullende veiligheidsdocumentatie moeten allemaal door bedrijven worden ingediend. Verklaringen van oorsprong voor het CBD-ingrediënt en certificeringen die aantonen dat de THC-limiet wordt nageleefd, kunnen ook worden bijgevoegd in het geval van CBD cosmetica.
Als instrument voor veiligheid en regelgeving geeft het CPNP autoriteiten direct toegang tot gegevens voor inspecties of klachten van klanten. Onnauwkeurige of gedeeltelijke meldingen kunnen de aandacht trekken of de markttoegang uitstellen. Merken moeten er dus voor zorgen dat alle informatie overeenkomt met de PIF en dat de ondersteunende materialen voor alle aanmeldingen hetzelfde zijn. Extra voorzichtigheid is geboden voor CBD-producten om inconsistenties te voorkomen tussen de vermelding van CBD op het officiële portaal en de beschrijving ervan in marketingmaterialen.
Nationale waakzaamheid
Zelfs na een succesvolle CPNP-kennisgeving blijven er problemen bestaan met de naleving. Omdat elke lidstaat nog steeds zijn eigen drugswetten kan handhaven, kan de EU verschillende acceptatieniveaus hebben voor CBD cosmetica. Sommige landen hanteren bijvoorbeeld een nultolerantiebeleid, terwijl andere landen sporen van THC toestaan in overeenstemming met de industrienormen. Extra douanecontroles, sporadische producttesten of zelfs korte verboden op bepaalde productcategorieën kunnen hiervan het gevolg zijn.
Om dit in goede banen te leiden, moeten merken de nationale en EU-regelgeving nauwlettend in de gaten houden. Je kunt veranderingen in het beleid vroegtijdig signaleren door contact op te nemen met regionale distributeurs, juridisch adviseurs of handelsverenigingen. Merken kunnen zich ook snel aanpassen als een land de beperkingen aanscherpt door flexibiliteit in te bouwen in hun nalevingsstrategieën, zoals het behouden van zowel synthetische CBD als van hennep afgeleide productlijnen. Om een naadloze en continue toegang tot de EU-markten te garanderen, zijn waakzaamheid en proactieve communicatie met de autoriteiten cruciaal.
Praktische checklist voor naleving CBD Cosmetica
- Controleer de legaliteit en bron van ingrediënten onder CosIng-vermeldingen.
- Stel THC-spoorvereisten op en voer geautoriseerde laboratoriumtests uit.
- Stel een grondige CPSR op met voorzichtige veiligheidsaannames.
- Zorg ervoor dat alle beweringen onderbouwd zijn met gegevens en cosmetisch van aard zijn.
- Maak een uitgebreide PIF en verstuur een CPNP-kennisgeving.
- Houd updates van nationale regels in de gaten.
FAQ: CBD en hennepolie in cosmetica in de EU
Q1. Is CBD momenteel “goedgekeurd” voor gebruik in cosmetica in de EU?
Alleen specifieke bronnen zijn toegestaan, maar CBD is niet verboden. De eenvoudigste optie is synthetische CBD, terwijl CBD van planten afkomstig moet zijn van goedgekeurde plantendelen.
Q2. Wat is een acceptabel THC-niveau?
Hoewel de EU geen specifieke limiet vaststelt, wordt ≤10 ppm vaak gebruikt als referentie voor sporen. Merken zijn verplicht om te verklaren dat ze zich aan goedgekeurde tests houden.
Q3. Is het vanuit juridisch oogpunt eenvoudiger om synthetische CBD te gebruiken?
Inderdaad. Hoewel een volledig CPSR nog steeds nodig is, garandeert synthetisch CBD een grotere zuiverheid en vermijdt het de verbodsbepalingen van Bijlage II.
Q4. Is het mogelijk om hennepzaadolie als CBD op de markt te brengen?
Nee. Hennepzaadolie mag niet op de markt worden gebracht als CBD-olie en moet goed geëtiketteerd worden. Handhaving kan volgen op onjuiste voorstelling van zaken.
Q5. Ondersteunen klinische onderzoeken CBD-claims?
Dit is niet altijd het geval. Claims moeten puur cosmetisch zijn en ondersteund worden door betrouwbare informatie, niet altijd door klinische onderzoeken.
Conclusie & hoe gecertificeerde cosmetica kunnen helpen
CBD cosmetica zijn moeilijk te verkopen in de EU, maar ze hebben veel potentieel voor merken en consumenten. Elk aspect moet zorgvuldig worden overwogen, van THC-limieten en de classificatie van ingrediënten tot toxicologische gegevens en ondersteuning van claims. Professioneel advies is essentieel omdat nationale verschillen in handhaving extra moeilijkheden opleveren.
Bij Certified CosmeticsWij helpen merken tijdens dit hele proces. Onze professionals maken grondige CPSR’s die specifiek zijn voor CBD-formuleringen, stellen betrouwbare PIF’s op, regelen goedgekeurde laboratoriumtests en bieden advies over claims en etikettering die in overeenstemming zijn met de regelgeving. Als je ons advies opvolgt, kun je de allernieuwste CBD cosmetica op de markt brengen en met succes de EU-regelgeving doorkruisen met behoud van volledige naleving en consumentenveiligheid.
Ontdek meer inzichten in compliance op onze blogsof lees hoe onze CPSR-diensten jouw CBD-producten kunnen helpen om volledig aan de EU-normen te voldoen.