CMR’s, hormoonontregelaars en meer

De laatste jaren heeft de veiligheid van cosmetische producten veel aandacht gekregen, vooral wat betreft de aanwezigheid van schadelijke stoffen. CMR, een acroniem voor “Carcinogeen, Mutageen of Giftig voor de Voortplanting”, omvat een categorie stoffen die ernstige gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Deze stoffen, die in de CLP-verordening zijn ingedeeld in de categorieën 1A, 1B en 2, worden geëvalueerd op basis van onderzoek bij mensen en dieren. Bovendien verbiedt de Cosmeticaverordening expliciet het gebruik van CMR-stoffen in cosmetische formules, wat de toewijding aan consumentenveiligheid onderstreept. Dit artikel gaat in op de implicaties van CMR-stoffen, de regelgeving eromheen en de opkomende bezorgdheid over hormoonontregelaars – verontreinigende stoffen die de hormoonhuishouding kunnen verstoren en tot schadelijke gezondheidseffecten kunnen leiden.

CMR’s

CMR, wat een afkorting is voor “Carcinogeen, Mutageen of Toxisch voor de Voortplanting”, betekent kankerverwekkende, mutagene en voor de voortplanting giftige stoffen. CMR-stoffen zijn ingedeeld in de categorieën 1A, 1B en 2 van bijlage VI, deel 3 van de CLP-verordening nr. 1272/2008.

CLP-verordening

Besluit nr. EG/1272/2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels werd gepubliceerd op 30 december 2008 en trad in werking op 20 januari 2009. De onderstaande categorieën zijn gerangschikt op basis van de gevaren van de stoffen die CMR worden genoemd. Categorie 1A: Grotendeels gebaseerd op menselijk bewijs, Categorie 1B: Grotendeels gebaseerd op dierstudies, Categorie 2: Hoewel er gegevens zijn verkregen uit dier- en mensstudies, zijn deze niet zo overtuigend als de categorieën 1A en 1B.

Cosmeticaverordening en CMR-stoffen

Artikel 15 van de Cosmeticaverordening nr. 1223/2009 verbiedt het gebruik van stoffen die zijn opgenomen in bijlage 2 van de Verordening inzake stoffen die niet in cosmetische producten mogen worden gebruikt en stoffen die volgens de CLP-verordening als CMR zijn ingedeeld voor cosmetische producten. De benadering van de cosmeticaverordening nr. 1223/2009 met betrekking tot CMR-stoffen en de situaties die kunnen worden beschouwd als uitzonderingen voor het gebruik van deze stoffen worden uitgelegd in “Artikel 15”. Volgens de CLP-verordening mogen stoffen uit categorie 2 alleen worden gebruikt als ze door het WCCV zijn beoordeeld en goedgekeurd als veilig voor gebruik. Stoffen uit categorie 1A en categorie 1B zijn strikt verboden, tenzij er onder bepaalde voorwaarden uitzonderingen zijn.

Hormoonontregelaars

Hormoonontregelaars (ED’s) zijn een groep milieu- en voedselverontreinigende stoffen die het endocriene evenwicht kunnen verstoren, vooral voortplantingshormonen (androgenen en oestrogenen) en schildklierhormonen. Het zijn stoffen of mengsels die nadelige gezondheidseffecten kunnen veroorzaken in het lichaam en in meerdere generaties door de functies van het endocriene systeem te veranderen, zowel in het lichaam als via genoverdracht, en ze kunnen van nature voorkomen in de natuur of in verschillende synthetische en industriële producten. Blootstelling aan hormoonontregelaars heeft veel negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid, zoals schildklieraandoeningen, soorten kanker en astma. De wetenschappelijke bezorgdheid over de hormoonverstorende eigenschappen van stoffen die in cosmetische producten worden gebruikt, komt aan bod in de risicobeoordeling van het WCCV, net als andere stoffen die de menselijke gezondheid aangaan. Als gevolg van de relevante onderzoeken is de lijst van 28 hormoonverstorende stoffen verdeeld in de volgende 2 groepen.

Hormoonontregelaars

Groep A bestaat uit stoffen met hoge prioriteit waarvan de bezorgdheid is bevestigd na een stoffenbeoordeling (SEV) in het kader van REACH (Registratie, Evaluatie, Autorisatie en Beperking van Chemicaliën) vanwege hormoonontregelende effecten. Groep B verwijst naar stoffen die meer milieu- dan gezondheidseffecten hebben. Om de stoffen te prioriteren werden ze opgesplitst in de volgende 2 groepen.

Groep A

Benzofenon-3, Kojizuur, 4-Methylbenzylideen Kamfer (4-MBC), Propylparaben, Triclosan, Resorcinol, Octocrylene, Triclocarban, BHT/Butylhydroxytolueen, Benzofenon, Homosalaat, Benzylsalicylaat, Genisteïne en Daidzeïne. 14 stoffen met een hogere prioriteit te beoordelen, omdat ze in het kader van REACH aan een stoffenbeoordeling werden onderworpen vanwege ED-problemen of omdat de SEV op het moment van publicatie van de prioriteitenlijst al ED-problemen had bevestigd.

Groep B

Butylparaben, BHA / Butylhydroxyanisol / tert-Butylhydroxyanisol, Ethylhexylmethoxycinnamaat (EHMC) / Octylmethoxycinnamaat (OMC) / Octinoxaat, benzofenon-1 (BP-1), Benzofenon-2 (BP-2), Benzofenon-4 (BP-4), Benzofenon-5 (BP-5), Methylparaben, Cyclopentasiloxaan / Decamethylcyclopentasiloxaan / D5, Cyclomethicone, Salicylzuur, Butylfenylmethylpropianol / BMHCA, Trifenylfosfaat en Deltamethrin. 14 stoffen waarvoor op het moment van publicatie van de prioriteitenlijst ofwel geen SEV was geïnitieerd ofwel de uitkomst van de SEV een zorg was voor de ED voor het milieu en niet voor de gezondheid van de mens. Groep B bevatte ook stoffen die onlangs door het WCCV waren beoordeeld en veilig bevonden, en/of stoffen die onlangs waren ingedeeld als CMR’s onder de CLP, waarbij al overeenkomstige risicobeoordelings-/beheersmaatregelen van kracht waren om het gebruik ervan in cosmetische producten te verbieden/beperken. Om er zeker van te zijn dat uw cosmetische producten veilig zijn en geen zorgwekkende ingrediënten bevatten, kunt u terecht bij onze diensten voor de beoordeling van de veiligheid van cosmetische producten. https://www.certifiedcosmetics.com/product/cosmetic-safety-assesment/cosmetic-product-safety-assesment-cpsr/